Niet in de balans opgenomen

Waarborgen en garanties
De gemeente heeft haar garanties voor hypothecaire geldleningen en sociale woningbouwprojecten overgedragen. Het betreft:

• De risico’s van in het verleden door de gemeenten gegarandeerde hypothecaire geldleningen zijn allen onder de Nationale Hypotheek Garantie gebracht. Er kunnen zich situaties voordoen waardoor het aflossen van de hypotheek niet meer mogelijk is. Het kan zijn dat dan de woning moet worden verkocht. Als de opbrengst van de woning onvoldoende blijkt staat het Waarborgfonds garant voor de restantschuld aan de geldverstrekker.
• De WSW geeft garanties aan financiers die woningcorporaties leningen verstrekken voor sociale woningbouwprojecten en leningen van maatschappelijk vastgoed. Dankzij deze
  garanties kunnen corporaties geld lenen tegen gunstige voorwaarden. Het WSW beschikt over een zeer solide zekerheidsstructuur en haar garanties staan zeer hoog aangeschreven (ratings Triple A en Aaa).  Het sluitstuk van de zekerheidsstructuur van het WSW wordt gevormd door de achtervangpositie van het rijk en gemeenten. Rijk en gemeenten verplichten zich via de achtervangpositie om onder bepaalde condities renteloze leningen aan het WSW ter beschikking te stellen. De kans dat rijk en gemeenten op deze posten worden aangesproken is echter minimaal.
  

De WSW achtervang wordt vanaf 2016 opgenomen.

De gemeente is voor een aantal toekomstige jaren verbonden aan verschillende, niet uit de balans blijkende, financiële verplichtingen. Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten de telling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten van het rekeningjaar opgenomen.

De gemeente heeft bij haar huisbankier Bank Nederlandse Gemeenten een rekening-courant limiet van € 2,5 miljoen.

Het in de balans opgenomen bedrag voor verstrekte waarborgen aan natuurlijke en rechtspersonen kan als volgt naar de aard van de geldlening gespecificeerd worden:

Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) staat garant voor de rente- en aflossingsverplichtingen van deze lening. De gemeente dient als achtervang van het WSW.

Gemeenten werken samen met woningcorporaties aan het realiseren en in stand houden van de sociale huurvoorraad. Woningcorporaties trekken leningen aan om het bouwen en onderhouden van sociale huurwoningen te financieren. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) staat hiervoor borg. Als een woningcorporatie niet meer kan voldoen aan haar betalingsverplichtingen, dan neemt WSW de leningen over. Er zijn verschillende vangnetten en buffers bij WSW. Als deze toch niet toereikend zijn, vraagt WSW renteloze leningen op bij het Rijk en de gemeenten.

Per 1 mei 2021 gelden nieuwe afspraken ten aanzien van de achtervang overeenkomsten. Dit is gedaan ter verbetering en modernisering van het borgstelsel. Hierbij is onder meer een nieuwe verdelingssystematiek bij aanspraken op WSW geïntroduceerd. Deze nieuwe overeenkomst bestond naast de oude overeenkomst van voor 2021. In 2023/2024 is geconcludeerd, dat het niet meer wenselijk is verschillende overeenkomsten naast elkaar te hebben en daarom is per 1 mei 2024 één nieuwe overeenkomst per gemeente (en Rijk) aangegaan. De nieuwe overeenkomst bevat een beperkt aantal wijzigingen ten opzichte van de Overeenkomst 2021. Desondanks wijzigt de essentie niet; doordat gemeenten en Rijk een achtervangpositie innemen zijn en blijven deelnemende woningcorporaties in staat om tegen optimale financieringsvoorwaarden volkshuisvestelijke prestaties te leveren in de gemeente.

Regeling tegemoetkoming herplaatsing flexwoningen
Tegemoetkoming aan corporaties om te kunnen blijven investering in flexwoningen. Het rijk heeft hiervoor een zogenaamde 'herplaatsingsregeling' (met een garantstelling) ontworpen voor flexwoningen in het sociale huursegment of voor de opvang van ontheemden.
Via deze regeling wordt hulp bij herplaatsing aangeboden om de kans te vergroten dat de flexwoning een tweede en derde locatie krijgt. Tevens is in deze regeling een financiële ondersteuning opgenomen voor de onrendabele top van de flexwoning bij verkoop.
Voor de gemeente Leudal gaat het om een garantstelling van maximaal € 200.000 als de woningen niet kunnen worden verkocht. Wanneer er sprake is van een verkoopopbrengst, dan wordt het bedrag lager. Wanneer de woningen kunnen worden verplaatst, is er geen aanspraak op een vergoeding.

Tot slot wordt een niet in de balans opgenomen verplichting gemeld ten aanzien van Landgoed Leudal. In 2020 is een schadeclaim ingediend door Landgoed Leudal. De gemeente Leudal acht de kans klein dat deze claim gehonoreerd wordt. Derhalve is deze claim niet opgenomen in de risicobeheermatrix. Gezien de omvang van het bedrag is wel besloten dit separaat te benoemen in onze jaarstukken.